Wat doet een bedrijfsarts?
Het verschil tussen een geregistreerd bedrijfsarts en een arbo arts
16 november 2021
Een niet-alledaags arbeidsongeval verduidelijkt plichten van de werkgever. En hoe een alerte arbodienstverlener helpt.
Een medewerker in een vestiging van een grote landelijke winkelketen pakt een confettikanon van een plek waar het niet hoort. Terwijl ze ermee langs de schappen loopt, ontploft het in haar gezicht. Ernstig letsel aan haar linkeroog is het gevolg. Inspectie SZW concludeert dat er bewust aan het kanon moet zijn gedraaid om het te kunnen laten ontploffen. De inspecteur ziet het als een ongelukkige samenloop van omstandigheden, “hetgeen in alle redelijkheid niet door een werkgever voorkomen had kunnen worden.”
Vergelijk bekende arbodiensten en ontvang binnen 5 minuten vrijblijvende offertes. Volledig kosteloos en zonder winstoogmerk.
Is de zaak hiermee gesloten? Nee! De werknemer gaat voor schadeverhaal naar de kantonrechter. De verhalen van werknemer en werkgever verschillen fors. Met camerabeelden stelt de rechter vast dat de werknemer het kanon vanuit verschillende hoeken heeft bekeken. Volgens de werknemer is dat om te zien of het in het schap terug kon of naar de afdeling kapotte spullen moest. De kantonrechter kan met de beelden niet uitmaken of de werknemer onbewust, met een lichte beweging van de handen, het ontstekingsmechanisme geactiveerd heeft.
Daar reageert de werkgever op: het staat op de verpakking, het is algemeen bekend dat een ontploffingsmechanisme in werking komt door met beide handen in tegengestelde richting aan de koker te draaien. Hij hoeft dus z’n werknemers niet op dit risico te wijzen. Bovendien heeft hij duizenden artikelen.
De kantonrechter weerspreekt dit alles. Niet iedereen is vanzelf bekend met de werking van een confettikanon, van een werknemer is niet te verwachten dat die steeds de verpakking bestudeert voor verplaatsen van een artikel, deze werkgever kiest bewust voor een breed en wisselend assortiment en heeft dan ook de verantwoordelijkheid voor risicovolle producten.
De werkgever meent dat het ongeval een ongelukkige samenloop van omstandigheden is, precies zoals de Inspectie constateerde. De rechter geeft aan dat niet duidelijk is waarop de Inspectie haar conclusie baseert. Ook stelt de rechter vast: oppervlakkig onderzoek of iets kapot is en afvoeren van kapotte producten, dat hoort tot de taken van de winkelmedewerkers. Het slotoordeel is dat de werkgever zijn zorgplicht ten opzichte van de werknemer heeft geschonden. De kantonrechter wijst de vorderingen van de werknemer toe: de werkgever is aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade.
De werkgever moet voor gezond en veilig werk zorgen, is de conclusie. Dat wist u al. Het begint met een goede risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De rechter oordeelt hard over een werkgever die met smoesjes aankomt over een breed assortiment, alsof dat een risico-inventarisatie en -evaluatie onmogelijk zou maken. Ook krijgt de Inspectie SZW een veeg uit de pan over haar onduidelijke onderzoek. Een werkgever kan er niet zeker van zijn dat de kou uit de lucht is na een gunstige uitspraak van de Inspectie. Zo bezien werkt dit confettikanon veel duidelijkheid in de hand. De arbodienst van deze werkgever heeft blijkbaar zitten slapen. Is uw arbodienstverlener bijvoorbeeld wel eens met u langs de schappen in winkel of magazijn gelopen met het oog op de RI&E?
De uitspraak van de rechter
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:4091