Vergelijken

Binnen 5 min de beste matches

Direct vergelijken

Plannen arbeidsmarkt: duivel in de details

18 april 2023

In wat voor land willen we werken? Zo heette drie jaar geleden een advies over de arbeidsmarkt. Die was te ver doorgeschoten in flexibilisering, dat was als algemene opvatting gegroeid. Commissievoorzitter Hans Borstlap verwoordde het in januari 2020 met een reëel voorbeeld: we willen niet werken in een land waar op vrijdag een docent afscheid neemt van de school waar hij op maandag – tegen hogere kosten, met winst voor de bemiddelaar – weer begint.

Een van Borstlaps ideeën was de mogelijkheid van tijdelijk minder uren werken, deels onbetaald, voor meer wendbaarheid van bedrijven in moeilijke tijden. Dat was een van de punten met zeer verdeelde reacties van werkgevers- en werknemersorganisaties. Hoe dan ook, ‘Corona’ verhinderde snelle uitwerking. Er volgden een advies van de Sociaal-Economische Raad, het regeerakkoord van Rutte IV en brieven van minister van Gennip. Op 3 april publiceerde de bewindspersoon een document van 32 kantjes over de toekomst van de arbeidsmarkt.

Kies jouw arbodienst

Vergelijk bekende arbodiensten en ontvang binnen 5 minuten vrijblijvende offertes. Volledig kosteloos en zonder winstoogmerk.

Naar de vergelijker Hulp of advies nodig?

Waar gaat het om?

Flexwerkers zoals uitzendkrachten krijgen meer zekerheid, zelfstandigen krijgen een steviger positie op de arbeidsmarkt, schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan. Tot op het laatste moment heeft de minister onderhandeld met de werkgevers- en werknemersorganisaties over de 32 kantjes. Enkele voorbeelden zijn de volgende.

 

Toets op re-integratie voorlopig onveranderd

Er lag bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel, waardoor er geen verzekeringsarts meer betrokken zou zijn bij het toetsen of werkgever en werknemer genoeg hebben gedaan aan re-integratie om de aanvraag van een WIA-uitkering te voorkómen. De vakbeweging keerde zich heftig tegen dit voorstel omdat de – immers door de werkgever betaalde – bedrijfsarts te makkelijk zou oordelen dat (de normaal gesproken redelijk succesvolle) re-integratie bij de eigen werkgever niet mogelijk zou zijn. De minister trekt het wetsvoorstel in.

 

Crisisregeling personeelsbehoud

Werkgevers wilden zo’n regeling als in het rapport Borstlap. Het kabinet willigt dat in, à la de deeltijd-WW. Denk aan situaties buiten het ondernemersrisico: crisis, calamiteit als een brand, extreem weer of lockdown. Een werkgever kan z’n mensen dan (deels) elders of in andere functies laten werken, of minder uren.

Werkgevers betalen bij dat laatste 80% door, met een loonverlies voor de werknemer van maximaal 10%. Werkgevers krijgen een tegemoetkoming van 60% van de totale loonkosten, inclusief werkgeverslasten. Wat de minister betreft wordt dat gedekt uit een spaarpot door hogere WW-premies – wat de werkgevers betreft uit overheidsgeld zoals in de pandemie.

 

Oproepcontract wordt basiscontract

 

Het nulurencontract was door eerdere regulering al beperkt, de minister was bevoegd het voor sectoren te verbieden. Toekomstige wetgeving kent alleen een basiscontract met voor werknemers ‘n vast aantal uren. De werkgever kan hoogstens 30% aan extra beschikbaarheid van de werknemer eisen. Voor studenten en scholieren blijft het nulurencontract.

 

Eind aan ‘draaideurconstructies’

Werknemers die drie keer een tijdelijk contract hadden, moeten daarna in vaste dienst worden genomen. Anders mag de werkgever hen pas vijf jaar later weer een nieuw tijdelijk contract aanbieden. Die termijn is nu nog zes maanden.

 

Eerder duidelijkheid over loondoorbetaling bij ziekte

De werkgever is twee jaar verantwoordelijk voor loondoorbetaling en re-integratie van een zieke werknemer. Maar het kabinetsvoorstel geeft vaak al na één jaar duidelijkheid of de uitgevallen werknemer te vervangen is. Werkgever en werknemer kunnen besluiten de re-integratie in het tweede ziektejaar alleen nog te richten op werk bij een andere werkgever, het zogeheten tweede spoor.

Als werkgever en werknemer hier niet uit komen, is aan UWV een oordeel te vragen. Mocht de functie na twee jaar alsnog open staan dan is terugkomst wel aan de orde.

Dit betreft werkgevers met een loonsom tot en met 100 keer het gemiddelde premieloon per werknemer. Dit zal gelden voor zo’n 98% van de werkgevers en circa 35% van de totale loonsom (en dus het aandeel werknemers).

 

De duivel zit ‘m in de details

Dit laatste punt behoeft nog heel veel uitwerking, minister van Gennip is de eerste die dat onderkent. Tegelijk geldt dat het vooral voor mkb-werkgevers een angel wegneemt uit de problemen rond loondoorbetaling bij ziekte. Voor de individuele werknemer is akkoord gaan met re-integratie in het tweede spoor een risico. Het voornemen van de minister zet natuurlijk extra druk op re-integratie van uw zieke werknemers in uw organisatie. De details van de regeling ontbreken nog. De arbodiensten van ArboKompas houden zichzelf en u op de hoogte.

 

De brief van de minister